#Montessori Basics 3 - Zelfstandigheid

 Misschien heb je niet echt een beeld bij Montessori of heb je als beeld een school waar kinderen allemaal zelf mogen kiezen wat ze doen. Dat was namelijk wel mijn beeld. Inmiddels weet ik iets meer over Montessori. 

In deze serie deel ik meerdere principes uit de Montessori-visie, zodat je steeds meer gaat begrijpen waar Montessori over gaat en om draait.

In deze blog leer ik je over zelfstandigheid

Deel van het gezin

In Montessori is elk kind een volwaardig lid van het gezin en van de maatschappij. Dit zorgt ervoor dat we anders met het kind omgaan dan misschien gebruikelijk is. We proberen rekening te houden met het kind, maar we proberen het ook zo veel mogelijk keuzevrijheid te geven en zelfstandigheid aan te leren.

Als je ziet wat Montessorikinderen kunnen op jonge leeftijd sta je echt versteld. Kinderen van 3 die hun hele ontbijt zelf klaarmaken of de tafel afruimen. Ik word daar zo blij van! Kijk maar eens naar dit filmpje. 

Dat kunnen alle kinderen! Maar er zijn wel wat dingen van belang om daar te komen.

Keuzevrijheid

Misschien weet je wel dat de omgeving een mens aan de volgende basisvoorwaarden moet voldoen: competentie, relatie, autonomie. 

Competentie betekent het gevoel dat je iets kan. 
Relatie is het contact met mensen.
Autonomie is het gevoel dat je keuzevrijheid hebt en zelf controle hebt.

Montessori voldoet aan alledrie de voorwaarden, maar we leggen nu even de focus op de autonomie.

Kinderen kunnen al van kleins af aan meegenomen worden in de keuzes die ze krijgen. Hierdoor worden situaties behapbaarder en hebben ze het gevoel dat ze controle hebben over hun leven.

Een voorbeeld: in Montessori kun je bijvoorbeeld twee shirtjes aan een baby laten zien en ze zelf laten kiezen welke ze willen, doordat ze bijvoorbeeld eentje aankijken en die graag willen dragen.

Hoe ouder kinderen worden, hoe meer dingen ze kunnen kiezen. 

Denk aan:
- De groene of de blauwe beker.
- Op de fiets of lopend naar oma.
- Een stukje komkommer of een stukje tomaat.

Ook wanneer dreumesen en peuters een driftbui hebben en ontroostbaar zijn, kan keuzemogelijkheden geven een oplossing zijn. Bijvoorbeeld; ze moeten naar bed maar willen nog niet. Je erkent het gevoel, verwoordt wat ze voelen, maar je houdt voet bij stuk, ze moeten naar bed. Je geeft ze de opties: wil je zelf lopen op de trap of zal ik je dragen? Of: wil je hoppend als een konijntje naar boven of wil je als olifant?

Goed om op te letten:
- Geef kinderen twee opties waar jij allebei mee oké bent. Het kan niet zo zijn dat je de keuze van je kind alsnog niet respecteert.
- Geef geen open opties, bijv: wat gaan we eten vanavond? Dat is te veel voor (jonge) kinderen.
- Geef niet te veel opties. Tot aan een jaar of 7 is het geven van twee opties genoeg.

Zelfstandigheid

Naast keuzevrijheid zoek je ook naar mogelijkheden waarin je de regie zo veel mogelijk aan je kind geeft. Je kijkt: wat hoef ik misschien niet meer zelf te doen maar kan ik ze leren te doen?

Denk aan:
- kleren in de wasmand gooien.
- bed opmaken.
- een glas drinken maken.
- de tafel afnemen.
- de groente snijden.
- de was opvouwen.
- vegen.

Al deze taakjes zijn goed te doen door kinderen zelf, mits je ze traint! Je moet heel veel geduld hebben, maar het werpt zijn vruchten af.

Goed om op te letten:
 - Kijk of je spullen op het formaat van kinderen kunt vinden. Zie ook de blog over voorbereide omgeving.  Zo heb je bijvoorbeeld verschillende fases van messen waar kinderen mee overweg kunnen. Eerst een aardbeisnijder (of iets vergelijkbaars), een verticaal mes, een horizontaal mes van plastic, een scherp mes.



















- Train je kinderen en heb geduld. Je hoeft niet boos te worden als het niet lukt, want ze zijn aan het leren. 
- Laat ze ook fouten maken en troep maken. Het zal heel vaak mis gaan, maar laat dat maar zo. 
- Als je hun 'fout' wilt verbeteren (bijv. een slordig opgevouwen doekje), zorg dan dat ze het zelf niet zien. Heel demotiverend als iemand jouw werk opnieuw gaat doen. 
- Maak er een losse activiteit van waarmee ze kunnen oefenen, en zet de activiteit op de shelf. Ben je bijvoorbeeld aan het leren om melk bij de beslagmix te gooien, maar gaat de helft ernaast? Maak een aparte oefening, met bijvoorbeeld twee kannetjes. Nu kunnen ze oefenen het water van het ene naar het andere kannetje te gieten. (Google maar eens op pooring activities. Hier zijn heel veel verschillende stadia voor om te oefenen.)
- Maak je kinderen zo min mogelijk afhankelijk van jou. Maak bijvoorbeeld een takenlijstje wat ze moeten doen als ze wakker worden. Jij hoeft nu niet meer aan te geven wat ze moeten doen, maar ze kunnen zelf op hun lijstje kijken.

Dus...

Kijk waar je een mogelijkheid ziet om je kind de regie te geven. Dat kan zijn in keuzevrijheid, maar ook in zelfstandigheid. Train en heb geduld, ze zijn aan het leren.

Reacties