#Montessori Basics 5 - Bewegingsvrijheid

Misschien heb je niet echt een beeld bij Montessori of heb je als beeld een school waar kinderen allemaal zelf mogen kiezen wat ze doen. Dat was namelijk wel mijn beeld. Inmiddels weet ik iets meer over Montessori. 

In deze serie deel ik meerdere principes uit de Montessori-visie, zodat je steeds meer gaat begrijpen waar Montessori over gaat en om draait.

Hier vertel ik je over bewegingsvrijheid.

Bewegingsvrijheid

Jonge kinderen leren met name door te bewegen. Bewegen is een groot onderdeel in het Montessoricurriculum. Door kinderen bewegingsvrijheid te geven, geef je hen de mogelijkheid zich juist te ontwikkelen.

Afhankelijkheid

Door kinderen geen bewegingsvrijheid te geven, maak je ze afhankelijk van jou als ouder of verzorger: ze moeten op jou wachten als ze uit de box willen, jij moet ze uit bed halen als ze wakker zijn.

In Montessori wordt er gezocht naar hoe je het kind zo zelfstandig mogelijk kunt laten zijn (passend bij hun leeftijd) en bewegingsvrijheid geven hoort hierbij. Zo kan een kind wat wakker is geworden zelf gaan spelen tot het tijd is dat ze naar papa en mama mogen. Kinderen liggen in een Montessori huishouden dus vaak ook niet in een wiegje of ledikantje, maar slapen al vroeg op een vloerbed. Ook zul je niet zo snel een box aantreffen en ook geen babyhouders (baby holding devices), maar een speelplek op de vloer.
(N.B. co-sleepen wordt wel veel gedaan, gebruikelijk met een Moses-bassinet.) 


De wereld ontdekken

Een andere reden om kinderen bewegingsvrijheid te geven is dat een jong kind (0-2,5) een absorbent mind heeft, in het Nederlands 'een absorberend brein/geest'. Dat betekent dat ze alles in zich opnemen als een soort spons. Alles is nieuw en alles in interessant. Om op deze natuurlijke drang in te spelen, openen we de wereld voor hen door bewegingsvrijheid te geven.

Autonomie

Tot slot draagt bewegingsvrijheid ook bij aan autonomie. Meer hierover lees je in deze blog. Door kinderen de mogelijkheid te geven te bewegen, geef je hen zeggenschap over hun doen en laten. Jij bepaalt niet alles voor ze, ze bepalen zelf (binnen jouw grenzen). Dit is een belangrijke voorwaarde voor een gelukkig leven; het gevoel dat je controle hebt over je omstandigheden, oftewel autonomie. 

In de praktijk

Waar komt dat in de Montessoripraktijk allemaal op neer?

Eerder had ik het al over het vloerbed. Het is een bestreden onderwerp, want het voelt erg onveilig of onpraktisch. Helaas kan ik nog niet uit eigen ervaring spreken, maar veel ouders vinden het erg prettig. Ze hoeven 's ochtends niet vroeg uit bed en het kind kan niet naar beneden vallen. Het is dus helemaal niet onveilig of onpraktisch. Een vloerbed geeft kinderen al van kleins af aan meer controle over hun slapen en waken.



Ook zul je in een Montessori-omgeving vooral speelplekken zien op de grond voor kinderen die nog niet kunnen lopen. Een speelmat, een topponcino of gewoon simpelweg op een kleed op de grond. Veel experts raden ook aan om je baby genoeg op de grond te laten spelen. Ze trainen zo hun spieren en zijn snel in staat om te draaien, hun hoofd omhoog te houden en te lopen.



Baby devices (ik weet niet zo goed hoe je dat noemt in het NL) zijn toestellen waar baby's 'kunstmatig' in een zittende positie worden gezet, denk bijvoorbeeld aan van die loopstoeltjes of bouncers. Dit geeft druk op de heupen waar de baby eigenlijk nog niet voor gemaakt is en wordt dus ook afgeraden.

Bij bewegingsvrijheid hoort ook prettige kleding. Kinderen, baby's tot puberteit, moeten kleding hebben die prettig zit. Hier hoort ook observeren bij en eigen keuze: Kiest een kind altijd bepaalde kleding? Trekt hij de sokjes uit? Friemelt hij aan het labeltje bij de nek? Lijkt hij geïrriteerd door een bepaald stofje? Geef je kind een andere outfit, want waarschijnlijk stoort de kleding hem nu. Ook moet de kleding niet tegenhouden dat een kind lekker gaat spelen, naar buiten kan of vies wordt. Dit hoort bij een gezonde ontwikkeling en omkleden is dan misschien verstandig.


Als kinderen wat ouder en zelfstandiger worden (denk 1,5-2 jaar) dan is het gebruikelijk in Montessori om een eigen tafeltje te geven. Hier kunnen kinderen knutselen, maar ook even gaan zitten om een snackje te eten of wat te drinken. Dat dit op de hoogte van het kind is, is belangrijk: zo kunnen ze zelf bepalen wanneer ze gaan zitten en wanneer ze opstaan. Sommige ouders doen hier ook de lunch of zelfs het avondeten, maar dat ligt aan de principes in je huis. Samen eten is ook een groot goed in Montessori. 



Een veel geziene tool is een learning tower. Dit is een keukenkruk die heel veilig is voor kinderen. Zo kunnen ze bij het aanrecht zonder gevaar om te vallen. Dit draagt dus bij aan het dagelijkse leven oefenen, zelfstandigheid en bewegingsvrijheid (je hoeft ze niet op te tillen). In mijn kleine Nederlandse keuken is het nog een uitdaging om dat ding kwijt te kunnen en het is vooral nuttig vanaf een jaar of twee. Ik zie ze veel zelfgemaakt met twee IKEA-krukjes die op elkaar zijn geschroefd (eentje op de kop).






Reacties